Post by Daphne + Daan on Jun 8, 2006 21:16:17 GMT 1
[glow=red,2,300]Fruit[/glow]
Na drie of vier maanden kun je beginnen met een fruithapje. Dit is tevens goed om de vitamine C-voorraad aan te vullen. Dit heeft de baby nodig om verkoudheid te voorkomen.
Begin bijvoorbeeld met vers tomatensap of sinaasappelsap. Je moet het sap wel zeven. Zorg ervoor dat alle pitjes, velletjes en vezels achterblijven in de zeef. Voeg geen suiker toe, want een baby heeft geen suiker nodig om iets lekker te vinden.
Bedenk wel dat de baby tot dan toe enkel gewend is aan de smaak van melk. Probeer dan ook zeker in het begin maar één smaak tegelijk en kijk niet vreemd op als het wordt geweigerd.
Heb je een sapcentrifuge dan kun je ook van verse wortels bijvoorbeeld wortelsap maken. Bedenk wel dat vruchtensappen werken op de ontlasting. Heeft je kind een paar dagen dunne poepluiers, stop dan enkele dagen. Heeft je kind juist last van harde ontlasting, geef het dan juist wat extra sap. Vooral pruimen werken laxerend.
Is de baby een beetje aan die vreemde smaak gewend, dan kun je beginnen met een fruithapje. Die kan je heel goed zelf maken. Zeef of pureer het vruchtvlees van zachte fruitsoorten zoals peer of banaan en verdun dit met een paar theelepels water. Appel, peer, banaan, sinaasappel, kers, framboos, perzik, aardbei en braam kunt u makkelijk verwerken tot een fruithapje. Let er wel goed op dat alle pitjes en velletjes verwijderd zijn.
Vers fruit is het beste. Appelmoes en stoofpeertjes bevatten weinig ijzer of vitamine C. Vanwege de zoete smaak vinden kinderen het meestal wel erg lekker. Natuurlijk zijn er ook potjes fruit te koop. Ze zijn niet beter, wel duurder. Ze zijn wel handig voor als je eens een dag weg gaat met de baby of in geval iemand anders de baby een keer moet voeden.
Zeker in het begin kan je de baby het beste het voedsel van de lepel af laten zuigen. Kies voor een plastic lepeltje dat is veel prettiger voor het kind dan zo´n koude metalen lepel.
Zorg er verder voor dat het lepeltje goed glad is en een ronde voorkant heeft. Stop de lepel nooit helemaal in de mond. Druk liever met de bolle kant de tongpunt naar beneden en laat je kindje het voedsel van de lepel afslurpen. Geef in het begin niet meer dan enkele theelepeltjes, zodat de baby aan de smaak en het eten van een lepeltje kan wennen. Is het fruithapje in het begin nog niet zo´n succes, wacht er dan nog even mee en probeer het eventueel enkele dagen later opnieuw. Tenslotte krijgt uw kindje het fruithapje náást de overige voedingen en vervangt het nog geen echte voeding.
[glow=red,2,300]Groente[/glow]
Als uw baby ongeveer vier maanden is mag hij groente eten. Het hoeft nog niet, maar in groente zit naast vitamine C ook ijzer en ijzer is een onmisbare bouwstof voor het bloed en de spieren. Het ijzervoorraadje dat de baby bij de geboorte heeft meegekregen begint na een maand of vier te slinken.
In het begin moet de groente gezeefd worden. Maag en darmen moeten wennen aan het verteren van het voedsel. Vitamine C gaat gauw verloren dus geef je kind jonge, verse groente, maak deze goed schoon en houdt de bereidingstijd zo kort mogelijk. Warm groente nooit op en kook met weinig water en gebruik geen zout.
Ook het groentehapje kan in beginsel weerstand oproepen. Begin daarom met een paar theelepeltjes en bouw de hoeveelheid langzaam op. Laat het kind wennen aan de verschillende smaken. Lukt het groente eten nog niet wacht dan nog een paar weken.
Nitraat is in beginsel een onschuldige stof, maar bij het bewaren of opwarmen van de groente wordt nitraat omgezet in nitriet. Jonge baby´s kunnen daar nog niet zo goed tegen. Gebruik dus verse, niet verlepte bladgroente en bewaar deze groente na aankoop niet te lang en altijd in de koelkast. Was de bladgroente meermalen in koud water en warm de resten nooit op. Kool, witlof, prei en spruitjes zijn groente met een uitgesproken sterke smaak, dus daar kunt u beter nog even mee wachten. Bovendien kunnen deze groente gasvorming veroorzaken dus is het beter daarmee te wachten tot na de eerste verjaardag.
Uw kind doet zeker in het begin vaak wat langer over het eten. Gebruik daarom bij voorkeur een warmwaterbordje voor zijn groentemaaltje. Zo´n bordje houdt het eten op een aangename temperatuur.
[glow=red,2,300]Kant- en klare babygroente[/glow]
Het is nogal tijdrovend om iedere dag een vers groentehapje voor uw baby klaar te maken. Bovendien hebt u misschien wel eens trek in sterk gekruid eten waar u niets van kunt gebruiken voor de baby. Natuurlijk kunt u in zo´n geval een kant en klaar potje babyvoeding gebruiken. In principe is daar niets op tegen, maar het is wel duurder.
Een alternatief is het invriezen van kleine porties kant en klare babymaaltjes. Gebruik alleen kersverse producten, vries deze zorgvuldig in en werk hygiënisch dan is hier niets op tegen. Aangezien het om kleine porties gaat kunt u deze heel goed in de vorm voor ijsblokjes invriezen. Doe het geheel wel in een diepvrieszak. U kunt dan naar behoefte zoveel klontjes ontdooien als de baby eet.
[glow=red,2,300]En verder..[/glow]
Vanaf een maand of zeven heeft u baby misschien al een paar tandjes en is het beter de groente te gaan prakken of fijn te snijden. Hij heeft nu ook meer nodig om te groeien. Bij de groente kunt u nu vis, vlees, ei of kaas geven.
Het beste kunt u het witte vlees van gekookte vis of kip geven. Dit is gemakkelijk te verwerken in het lichaam omdat het minder bindweefsel bevat. Daarom is het vaak ook lichter verteerbaar. Eén eetlepel is voldoende. Let er bij vlees op dat het mager vlees is, zoals magere riblappen, varkensfricandeau, mager rundergehakt, haas of ribkarbonade, wild of gevogelte. Kook het vlees in het begin en zorg dat deze goed gaar is. Zorg er bovendien voor dat het erg fijn gemalen of gesneden is. Elke dag vlees is beslist niet nodig. Wilt u uw kind ei geven dan is een half zachtgekookt ei (eiwit en eigeel) voldoende.
Verder kunt u nu ook beginnen met een kleine hoeveelheid peulvruchten. Kook de peulvruchten zoals linzen, erwten, bruine bonen goed gaar. Gebruik geen scherpe kruiden, zout, uien of knoflook. Ga niet op uw eigen smaak af, ook al vindt u het eten flauw uw baby heeft daar geen last van. Pureer de peulvruchten, want een baby kan nog geen velletjes verdragen. Bovendien kan hij nog niet goed kauwen.
Als u 2 á 3 eetlepels gare graanvlokken door één eetlepel gare peulvruchtenpuree roert, heeft u een prima eiwitcombinatie die gelijkwaardig is aan vlees. Peulvruchten, gecombineerd met granen, hebben dezelfde voedingswaarde als vlees en kunnen het dan ook volledig vervangen.
Dit geldt ook voor de combinatie van peulvruchten met een melkproduct zoals kaas. Neem vooral jonge, niet zoute kaas. Er mogen geen pitjes in voorkomen. U kunt ook een volle eetlepel cottage cheese of magere kwark nemen. Sojabonen zijn pas geschikt voor kinderen vanaf 1,5 jaar omdat de schillen, zelfs na het koken, nog zeer stevig zijn.
[glow=red,2,300]Rustig aan[/glow]
Probeer niet te veel nieuwe voeding in een te korte tijd. Uw baby heeft tijd nodig om aan iedere nieuwe smaak te wennen. Probeer ook niet te star aan de voorgeschreven voeding voor uw kind vast te houden, als blijkt dat uw baby geen, of juist veel trek heeft.
Net als wij heeft ook uw baby de ene dag meer eetlust dan de andere. Bovendien weet men nu dat een mollige baby niet direct een toonbeeld van gezondheid hoeft te zijn. Teveel eten en te dik zijn op babyleeftijd kan een reden zijn voor latere vetzucht. Wees voorzichtig, als blijkt dat uw kind de neiging heeft te zwaar te worden. Geef zo min mogelijk suiker en halfvolle melk in plaats van volle melk. Verder heeft uw kind waarschijnlijk nog steeds grote behoefte aan zuigen dus aan het begin en/of eind van de dag kunt u uw kind nog steeds een pap/flesvoeding of borstvoeding geven.
Begin met zachte groente zoals bloemkool, worteltjes, sperzieboontjes of snijboontjes. Geef tot zes maanden alleen aardappelkruim, zachte rijst, bloemkool, doperwten, sperziebonen, ontvelde tomaat, broccoli, courgette of worteltjes. Andere groente zijn dan nog niet geschikt.
Gaat het goed, dan kun je eventueel gaan variëren met andijvie, spinazie, raapstelen, bietjes en bruine bonen. Sommige groente bijvoorbeeld spinazie, andijvie, bleekselderij en postelein, hebben een hoger nitraat gehalte dan de andere.
[glow=red,2,300]Brood[/glow]
Pas vanaf een maand of zeven mag een kind brood eten. Eerder niet, want de gluten die in brood zitten, kan een kind onder de zeven maanden nog niet verdragen. Het kan echter geen kwaad om uw kind al iets eerder op een droge broodkorst te laten sabbelen. De geringe hoeveelheid gluten die hij op die manier binnen krijgt is te verwaarlozen. Bovendien is het kauwen goed voor de doorkomende tandjes. Verder kan het kindje vast wennen aan de smaak. Oud brood is wat minder klef, jonge kinderen kunnen dat makkelijker kauwen en slikken. Wacht met volkorenbrood tot uw kindje minimaal 1,5 jaar oud is.
Uw kind heeft nu langzaam aan genoeg aan vier maaltijden per dag. Eén maaltijd daarvan kan brood zijn. In bruin brood zitten veel vitamines en ijzer en voedingsvezels. Deze laatste zijn belangrijk voor de stoelgang.
De keuze in soorten broodbeleg is groot. Gebruik een dun laagje boter, margarine of halvarine. Doe bij voorkeur geen vet of zoetbeleg op het brood. Verantwoord en gezond beleg is plakjes banaan, ontvelde tomaat, jonge kaas, zachte leverpastei, pindakaas, smeerkaas zonder kruiden, plakjes ei of magere kwark. Ook een beetje soep met brood is goed. Tussendoor kunt u het kindje melk of vruchtensap laten drinken.
[glow=red,2,300]Potjesvoeding[/glow]
Er zijn zowel voor als nadelen te noemen voor het geven van potjesvoeding. Natuurlijk is het ideaal voor als u met uw baby op stap bent. Ook kan het handig zijn als u een keer weinig tijd hebt of als u zelf eens scherp gekruid wilt eten. Het kan voor een oppas praktischer zijn en het eten is heel fijn verdeeld zodat de inhoud goed verteerbaar is voor baby´s jonger dan vijf maanden.
De potjes babyvoeding hebben nogal een eenheidssmaak. Alle ingrediënten zijn door elkaar gemengd zodat uw kindje de verschillende bestanddelen van zijn maaltijd niet leert onderscheiden en proeven. Ook het kauwen wordt door deze hap-slik maaltijden niet echt gestimuleerd. Zelf bereide babyvoeding is toch vaak wat grover van structuur. De keuze van babyvoeding is beperkt en uw kind leert zo niet met de pot mee-eten.
Ook voor zelf bereide babyvoeding zijn voor en nadelen te noemen. Natuurlijk is zelfgemaakte babyvoeding goedkoper. Bovendien kunt u eindeloos variëren en experimenteren wat de baby lekker vindt. Een eigengemaakt en kleingesneden hapje stimuleert uw kindje, zeker als hij al tanden heeft, tot goed kauwen. En uw baby eet gezellig mee met het gezin.
Een nadeel kan zijn het tijdsaspect. Het klaarmaken van babyvoeding, schoonmaken, koken, zeven of fijnsnijden, kost meer tijd dan het openmaken en opwarmen van een potje. Uw kindje kan niet altijd mee-eten, want niet alle groente zijn even geschikt voor de leeftijd van uw baby. Ook het verteren van zelf gemaakte maaltijden kan niet altijd even soepel verlopen.
De potjesvoeding in Nederland is van zeer goede kwaliteit. Via de warenwet is geregeld wat er wel en niet in de potjes mag zitten. Bovendien moeten de etiketten van de verpakkingen u precies informeren over de samenstelling en de voedingswaarde van het product. Hierop treft u ook de houdbaarheidsdatum en een gebruiksaanwijzing van de fabrikant aan. Het kan in elk geval geen kwaad wanneer u deze voeding aan uw kindje geeft.
Na drie of vier maanden kun je beginnen met een fruithapje. Dit is tevens goed om de vitamine C-voorraad aan te vullen. Dit heeft de baby nodig om verkoudheid te voorkomen.
Begin bijvoorbeeld met vers tomatensap of sinaasappelsap. Je moet het sap wel zeven. Zorg ervoor dat alle pitjes, velletjes en vezels achterblijven in de zeef. Voeg geen suiker toe, want een baby heeft geen suiker nodig om iets lekker te vinden.
Bedenk wel dat de baby tot dan toe enkel gewend is aan de smaak van melk. Probeer dan ook zeker in het begin maar één smaak tegelijk en kijk niet vreemd op als het wordt geweigerd.
Heb je een sapcentrifuge dan kun je ook van verse wortels bijvoorbeeld wortelsap maken. Bedenk wel dat vruchtensappen werken op de ontlasting. Heeft je kind een paar dagen dunne poepluiers, stop dan enkele dagen. Heeft je kind juist last van harde ontlasting, geef het dan juist wat extra sap. Vooral pruimen werken laxerend.
Is de baby een beetje aan die vreemde smaak gewend, dan kun je beginnen met een fruithapje. Die kan je heel goed zelf maken. Zeef of pureer het vruchtvlees van zachte fruitsoorten zoals peer of banaan en verdun dit met een paar theelepels water. Appel, peer, banaan, sinaasappel, kers, framboos, perzik, aardbei en braam kunt u makkelijk verwerken tot een fruithapje. Let er wel goed op dat alle pitjes en velletjes verwijderd zijn.
Vers fruit is het beste. Appelmoes en stoofpeertjes bevatten weinig ijzer of vitamine C. Vanwege de zoete smaak vinden kinderen het meestal wel erg lekker. Natuurlijk zijn er ook potjes fruit te koop. Ze zijn niet beter, wel duurder. Ze zijn wel handig voor als je eens een dag weg gaat met de baby of in geval iemand anders de baby een keer moet voeden.
Zeker in het begin kan je de baby het beste het voedsel van de lepel af laten zuigen. Kies voor een plastic lepeltje dat is veel prettiger voor het kind dan zo´n koude metalen lepel.
Zorg er verder voor dat het lepeltje goed glad is en een ronde voorkant heeft. Stop de lepel nooit helemaal in de mond. Druk liever met de bolle kant de tongpunt naar beneden en laat je kindje het voedsel van de lepel afslurpen. Geef in het begin niet meer dan enkele theelepeltjes, zodat de baby aan de smaak en het eten van een lepeltje kan wennen. Is het fruithapje in het begin nog niet zo´n succes, wacht er dan nog even mee en probeer het eventueel enkele dagen later opnieuw. Tenslotte krijgt uw kindje het fruithapje náást de overige voedingen en vervangt het nog geen echte voeding.
[glow=red,2,300]Groente[/glow]
Als uw baby ongeveer vier maanden is mag hij groente eten. Het hoeft nog niet, maar in groente zit naast vitamine C ook ijzer en ijzer is een onmisbare bouwstof voor het bloed en de spieren. Het ijzervoorraadje dat de baby bij de geboorte heeft meegekregen begint na een maand of vier te slinken.
In het begin moet de groente gezeefd worden. Maag en darmen moeten wennen aan het verteren van het voedsel. Vitamine C gaat gauw verloren dus geef je kind jonge, verse groente, maak deze goed schoon en houdt de bereidingstijd zo kort mogelijk. Warm groente nooit op en kook met weinig water en gebruik geen zout.
Ook het groentehapje kan in beginsel weerstand oproepen. Begin daarom met een paar theelepeltjes en bouw de hoeveelheid langzaam op. Laat het kind wennen aan de verschillende smaken. Lukt het groente eten nog niet wacht dan nog een paar weken.
Nitraat is in beginsel een onschuldige stof, maar bij het bewaren of opwarmen van de groente wordt nitraat omgezet in nitriet. Jonge baby´s kunnen daar nog niet zo goed tegen. Gebruik dus verse, niet verlepte bladgroente en bewaar deze groente na aankoop niet te lang en altijd in de koelkast. Was de bladgroente meermalen in koud water en warm de resten nooit op. Kool, witlof, prei en spruitjes zijn groente met een uitgesproken sterke smaak, dus daar kunt u beter nog even mee wachten. Bovendien kunnen deze groente gasvorming veroorzaken dus is het beter daarmee te wachten tot na de eerste verjaardag.
Uw kind doet zeker in het begin vaak wat langer over het eten. Gebruik daarom bij voorkeur een warmwaterbordje voor zijn groentemaaltje. Zo´n bordje houdt het eten op een aangename temperatuur.
[glow=red,2,300]Kant- en klare babygroente[/glow]
Het is nogal tijdrovend om iedere dag een vers groentehapje voor uw baby klaar te maken. Bovendien hebt u misschien wel eens trek in sterk gekruid eten waar u niets van kunt gebruiken voor de baby. Natuurlijk kunt u in zo´n geval een kant en klaar potje babyvoeding gebruiken. In principe is daar niets op tegen, maar het is wel duurder.
Een alternatief is het invriezen van kleine porties kant en klare babymaaltjes. Gebruik alleen kersverse producten, vries deze zorgvuldig in en werk hygiënisch dan is hier niets op tegen. Aangezien het om kleine porties gaat kunt u deze heel goed in de vorm voor ijsblokjes invriezen. Doe het geheel wel in een diepvrieszak. U kunt dan naar behoefte zoveel klontjes ontdooien als de baby eet.
[glow=red,2,300]En verder..[/glow]
Vanaf een maand of zeven heeft u baby misschien al een paar tandjes en is het beter de groente te gaan prakken of fijn te snijden. Hij heeft nu ook meer nodig om te groeien. Bij de groente kunt u nu vis, vlees, ei of kaas geven.
Het beste kunt u het witte vlees van gekookte vis of kip geven. Dit is gemakkelijk te verwerken in het lichaam omdat het minder bindweefsel bevat. Daarom is het vaak ook lichter verteerbaar. Eén eetlepel is voldoende. Let er bij vlees op dat het mager vlees is, zoals magere riblappen, varkensfricandeau, mager rundergehakt, haas of ribkarbonade, wild of gevogelte. Kook het vlees in het begin en zorg dat deze goed gaar is. Zorg er bovendien voor dat het erg fijn gemalen of gesneden is. Elke dag vlees is beslist niet nodig. Wilt u uw kind ei geven dan is een half zachtgekookt ei (eiwit en eigeel) voldoende.
Verder kunt u nu ook beginnen met een kleine hoeveelheid peulvruchten. Kook de peulvruchten zoals linzen, erwten, bruine bonen goed gaar. Gebruik geen scherpe kruiden, zout, uien of knoflook. Ga niet op uw eigen smaak af, ook al vindt u het eten flauw uw baby heeft daar geen last van. Pureer de peulvruchten, want een baby kan nog geen velletjes verdragen. Bovendien kan hij nog niet goed kauwen.
Als u 2 á 3 eetlepels gare graanvlokken door één eetlepel gare peulvruchtenpuree roert, heeft u een prima eiwitcombinatie die gelijkwaardig is aan vlees. Peulvruchten, gecombineerd met granen, hebben dezelfde voedingswaarde als vlees en kunnen het dan ook volledig vervangen.
Dit geldt ook voor de combinatie van peulvruchten met een melkproduct zoals kaas. Neem vooral jonge, niet zoute kaas. Er mogen geen pitjes in voorkomen. U kunt ook een volle eetlepel cottage cheese of magere kwark nemen. Sojabonen zijn pas geschikt voor kinderen vanaf 1,5 jaar omdat de schillen, zelfs na het koken, nog zeer stevig zijn.
[glow=red,2,300]Rustig aan[/glow]
Probeer niet te veel nieuwe voeding in een te korte tijd. Uw baby heeft tijd nodig om aan iedere nieuwe smaak te wennen. Probeer ook niet te star aan de voorgeschreven voeding voor uw kind vast te houden, als blijkt dat uw baby geen, of juist veel trek heeft.
Net als wij heeft ook uw baby de ene dag meer eetlust dan de andere. Bovendien weet men nu dat een mollige baby niet direct een toonbeeld van gezondheid hoeft te zijn. Teveel eten en te dik zijn op babyleeftijd kan een reden zijn voor latere vetzucht. Wees voorzichtig, als blijkt dat uw kind de neiging heeft te zwaar te worden. Geef zo min mogelijk suiker en halfvolle melk in plaats van volle melk. Verder heeft uw kind waarschijnlijk nog steeds grote behoefte aan zuigen dus aan het begin en/of eind van de dag kunt u uw kind nog steeds een pap/flesvoeding of borstvoeding geven.
Begin met zachte groente zoals bloemkool, worteltjes, sperzieboontjes of snijboontjes. Geef tot zes maanden alleen aardappelkruim, zachte rijst, bloemkool, doperwten, sperziebonen, ontvelde tomaat, broccoli, courgette of worteltjes. Andere groente zijn dan nog niet geschikt.
Gaat het goed, dan kun je eventueel gaan variëren met andijvie, spinazie, raapstelen, bietjes en bruine bonen. Sommige groente bijvoorbeeld spinazie, andijvie, bleekselderij en postelein, hebben een hoger nitraat gehalte dan de andere.
[glow=red,2,300]Brood[/glow]
Pas vanaf een maand of zeven mag een kind brood eten. Eerder niet, want de gluten die in brood zitten, kan een kind onder de zeven maanden nog niet verdragen. Het kan echter geen kwaad om uw kind al iets eerder op een droge broodkorst te laten sabbelen. De geringe hoeveelheid gluten die hij op die manier binnen krijgt is te verwaarlozen. Bovendien is het kauwen goed voor de doorkomende tandjes. Verder kan het kindje vast wennen aan de smaak. Oud brood is wat minder klef, jonge kinderen kunnen dat makkelijker kauwen en slikken. Wacht met volkorenbrood tot uw kindje minimaal 1,5 jaar oud is.
Uw kind heeft nu langzaam aan genoeg aan vier maaltijden per dag. Eén maaltijd daarvan kan brood zijn. In bruin brood zitten veel vitamines en ijzer en voedingsvezels. Deze laatste zijn belangrijk voor de stoelgang.
De keuze in soorten broodbeleg is groot. Gebruik een dun laagje boter, margarine of halvarine. Doe bij voorkeur geen vet of zoetbeleg op het brood. Verantwoord en gezond beleg is plakjes banaan, ontvelde tomaat, jonge kaas, zachte leverpastei, pindakaas, smeerkaas zonder kruiden, plakjes ei of magere kwark. Ook een beetje soep met brood is goed. Tussendoor kunt u het kindje melk of vruchtensap laten drinken.
[glow=red,2,300]Potjesvoeding[/glow]
Er zijn zowel voor als nadelen te noemen voor het geven van potjesvoeding. Natuurlijk is het ideaal voor als u met uw baby op stap bent. Ook kan het handig zijn als u een keer weinig tijd hebt of als u zelf eens scherp gekruid wilt eten. Het kan voor een oppas praktischer zijn en het eten is heel fijn verdeeld zodat de inhoud goed verteerbaar is voor baby´s jonger dan vijf maanden.
De potjes babyvoeding hebben nogal een eenheidssmaak. Alle ingrediënten zijn door elkaar gemengd zodat uw kindje de verschillende bestanddelen van zijn maaltijd niet leert onderscheiden en proeven. Ook het kauwen wordt door deze hap-slik maaltijden niet echt gestimuleerd. Zelf bereide babyvoeding is toch vaak wat grover van structuur. De keuze van babyvoeding is beperkt en uw kind leert zo niet met de pot mee-eten.
Ook voor zelf bereide babyvoeding zijn voor en nadelen te noemen. Natuurlijk is zelfgemaakte babyvoeding goedkoper. Bovendien kunt u eindeloos variëren en experimenteren wat de baby lekker vindt. Een eigengemaakt en kleingesneden hapje stimuleert uw kindje, zeker als hij al tanden heeft, tot goed kauwen. En uw baby eet gezellig mee met het gezin.
Een nadeel kan zijn het tijdsaspect. Het klaarmaken van babyvoeding, schoonmaken, koken, zeven of fijnsnijden, kost meer tijd dan het openmaken en opwarmen van een potje. Uw kindje kan niet altijd mee-eten, want niet alle groente zijn even geschikt voor de leeftijd van uw baby. Ook het verteren van zelf gemaakte maaltijden kan niet altijd even soepel verlopen.
De potjesvoeding in Nederland is van zeer goede kwaliteit. Via de warenwet is geregeld wat er wel en niet in de potjes mag zitten. Bovendien moeten de etiketten van de verpakkingen u precies informeren over de samenstelling en de voedingswaarde van het product. Hierop treft u ook de houdbaarheidsdatum en een gebruiksaanwijzing van de fabrikant aan. Het kan in elk geval geen kwaad wanneer u deze voeding aan uw kindje geeft.